Beste allen,
Zoals de meesten van jullie wel weten ben ik begin december met mijn gezin naar Kaapstad vertrokken voor een stage van vier maanden in het Tygerberg ziekenhuis. Nu ik iets over de helft ben leek het me leuk om jullie met een klein verslag te vertellen over mijn werk hier en het leven in deze stad.
Ons vertrek moesten we uiteindelijk een week uitstellen vanwege alle onrust omtrent Omikron, toen Zuid-Afrika nog werd gezien als de brandhaard en de illusie nog bestond dat deze variant zich nog niet verspreid had. De acht maanden voor vertrek zijn we druk geweest met het zoeken van een huis, opvang, het regelen van visa, een auto. Veel werk, wel honderd keer op Google Maps gekeken, en dan is het wel gek om ineens echt naar de stad te rijden en de Tafelberg te zien liggen en de straat in te rijden waar je vier maanden gaat wonen.
De verhalen voor vertrek hadden twee dingen gemeen: “fantastisch” en “steeds op je hoede zijn”. Zo kwamen we dus ook aan: niet je telefoon pakken op straat, niet in het donker over straat, zo veel mogelijk met de taxi doen. Na 2,5 maand kan ik zeggen dat dat laatste gelukkig alleszins meevalt. De wijk waar we wonen (Vredehoek) is een hele rustige wijk, weinig toeristen (die sowieso niet konden komen in december en januari, met grote gevolgen voor de toch al zwaar getroffen economie) en met name gezinnen. Wel een vrijwel uitsluitend witte wijk, met rond de meeste huizen een hoog hek, vaak nog met stroomdraden erop en een groot bord van een of ander armed response team op de gevel. Die stonden hier op dag twee al op de stoep toen een van de kinderen op de panic button had gedrukt. Ook zitten er overal tralies voor de ramen. Die aanblik went nog niet helemaal en ik vraag me af wat er echt nodig is. De basis hiervoor is natuurlijk de ongekende ongelijkheid die je op heel veel plekken ziet. Ook dat went niet, maar omdat het hier niet continue in het straatbeeld zichtbaar is lukt het wel om je daar (deels) voor af te sluiten. De vraag is of je dat moet willen, soms vind ik het lastig om me daartoe te verhouden, als je hier permanent woont en werkt lijkt me dat best een opgave.
Ik werk op de afdeling infectieziekten in een van de twee academische ziekenhuizen in Kaapstad, het Tygerberg Hospital. Dit is een ziekenhuis met 48 afdelingen, 2000 bedden, en is opgedeeld in een intern en een chirurgisch deel. Omdat het meer richting de grote townships ligt komt er heel veel trauma binnen, met name in de zomervakantie (half december tot half januari) wanneer veel mensen thuis zitten en aan de drank gaan. Dat leidt weer tot veel geweld en ongelukken. Dat was ook de periode waarin ik begon, maar bij de interne was het beduidend rustiger. Iederen was zich redelijk schrap aan het zetten voor de Omikron golf, maar al snel werd duidelijk dat dat weinig voorstelde. Wel veel uitval van personeel maar weinig opnames, laat staan op de IC. Belangrijk om te weten is dat de academische zorg publieke zorg is, en dus in principe kosteloos beschikbaar is voor onverzekerde mensen. Als je je het kan permitteren ga je naar de private zorg, en ben je verzekerd. We krijgen wel af en toe vragen of verwijzingen uit de private sector, maar dietwee zijn nagenoeg volledig gescheiden.
Aan het begin van covid is de infectieziekten afdeling opgedoekt om ruimte te creëren, en helaas is dat nog niet teruggedraaid. Daardoor is het werk beperkt tot poli (clinic) en consulten. Omdat HIV en TB hier zo veel voorkomt zijn de meeste artsen redelijk in staat om de basis zelf te doen, dus de consulten zijn – in vergelijking met Nederland – vaak direct de complexe patiënten. De enige andere fellow die hier werkt had precies drie weken vakantie nadat ik aankwam, dus ik had meteen 2 weken voorwacht. Wel even spannend maar wel een snelle manier om er in te komen.Er is geen elektronisch patiëntendossier, alleen de labuitslagen kun je online terugvinden. Dan leer je snel genoeg dat je bij het eerste gesprek direct alles moet vragen en noteren. Als je dan in je dienst wordt gebeld is het dus vaak met vrij gebrekkige informatie toch proberen een goed advies te geven. De vragen gaan vaak over TB, en dan de resistente vormen, vaak over toxiciteit van TB therapie en vaak over HIV. Sowieso is het TB en HIV dat de klok slaat, zelfs als je denkt dit is echt geen TB, dan is het toch vaan TB. Dat zal wel even afkicken worden thuis.
De indruk is dat door de covid pandemie heel veel mensen zijn gestopt met hun behandeling, omdat ze geen inkomen meer hebben, geen huis, geen toegang tot zorg. Dat maakt dat er weer veel meer mensen met vergevorderde ziekte worden gezien. Niet zelden hebben mensen én cryptococcenmeningitis, én TB, én HIV, én dan nog één of twee relevante aandoeningen. Het is indrukwekkend om te zien hoe deze patiënten toch op de been blijven, echter het is ook opvallend hoe vaak ze van de een op de andere dag overlijden. Vaak is dan niet duidelijk waardoor het komt, en is het überhaupt moeilijk om het dossier nog te bekijken of een betrokken arts te spreken. Dat was met name aan het begin moeilijk om te zien.
Naast de opgenomen patiënten is er vier dagen in de week poli. Dat werkt iets anders dan bij ons. Patiënten krijgen wel een datum waarop ze moeten komen, maar geen tijd. Om als eerst aan de beurt te zijn komen patiënten daarom soms al rond een uur of vijf ’s ochtends naar het ziekenhuis om in de rij te gaan staan, ook al beginnen de zusters pas om zeven uur met hun werk. Zij doen alle controles, wegen de patiënt, doen een urinesediment en checken de medicatie. Zo kun je redelijk voorbereid beginnen. Als arts pak je vervolgen gewoon het eerste dossier van de stapel en ga je die patiënt zien. Zo kan het dus zijn dat je collega de patiënt ziet die jij de vorige drie keer hebt gezien. Niet heel handig als je het mij vraagt, maar het gaat altijd al zo. Dan zijn er nog de doktershandschriften en de stapels aanvullende briefjes/onderzoeken, ik ben geregeld een kwartier aan het uitzoeken wat de patiënt (naast HIV) heeft. Een iets andere voorbereiding dus dan je poli netjes een week eerder voorbespreken.
Sowieso is het hier heel zelfstandig werken. Om de week heeft er een andere infectioloog supervisie, die doet dan alle polipatiënten en de consulten. Maar er gaan dagen voorbij dat ik deze consultant niet spreek. Dan is het even onderling met de andere fellow overleggen en je plan in het dossier zetten. Overigens wordt dit advies lang niet altijd opgevolgd, daarin verschilt het werk niet heel erg van dat in Utrecht.Ook gaan we twee keer per week naar kleinere ziekenhuizen om daar een ronde te doen langs de complexe patiënten. Dit doen we meestal zonder een supervisor, dus ook daarin wordt je geacht zelf met de goede adviezen te komen. Zo leer je heel snel. Wel kun je voor de zeer complexe TB patiënten een landelijk nummer bellen, zij geven je dan binnen een paar dagen een advies op maat. Dat systeem werkt vrij goed.
Kortom, een inhoudelijk zeer leerzame ervaring. De collega’s zijn zeer vriendelijk en behulpzaam, en staan absoluut open voor de Utrechtse wijsheden die ik af en toe de overdracht in slinger.
Dan nog heel kort over Kaapstad. Als je van wandelen, fietsen, hardlopen, trailrunnen, hiken, lekker eten, strand, bergen, zon of zee houdt, dan is dit de plek. Als je je aandacht en zorgen om alle ellende die deze stad en dit land ook kent weet te doseren, en dat lukt ons vrij aardig, dan is het echt genieten. Ik heb een paar foto’s bijgesloten oom een beetje een idee te geven. Niet om jullie jaloers te maken! Nog een kleine twee maanden in het Tygerberg ziekenhuis, een paar weken in de camper en dan zit het er weer op. Tot nu toe een fantastische ervaring, ik hoop jullie er nog meer over te kunnen vertellen als ik weer terug ben. Voor nu tot later!
Groet,
Bram
Ook een buitenlandstage doen? Neem contact op met je opleider voor de mogelijkheden!